Arisering

Arisering verwijst naar de systematische onteigening van Joodse mensen in het nationaalsocialistische Duitsland en de bezette gebieden vanaf 1933. Joodse ondernemers, huiseigenaren en kunstverzamelaars werden gedwongen onteigend en hun bezit toegewezen aan niet-Joodse Duitsers – vaak ver onder de waarde of gratis.

De term verhult het geweld en de dwang achter deze maatregelen, omdat deze in het nationaalsocialistische taalgebruik een „zuiverheid“ van het Duitse volkslichaam moest suggereren. Tegenwoordig wordt „arisering“ meestal kritisch en tussen aanhalingstekens gebruikt of vervangen door preciezere termen zoals onteigening, gedwongen verkoop of verlies van vermogen.